-
1 seven
adj. zeven, zevende, 7--------n. zeven, 7; zevental[ sevn]1 zeven 〈ook voorwerp/groep ter waarde/grootte van zeven〉 ⇒ 〈 in meervoud, rugby〉 wedstrijd(en) voor ploegen van zeven spelers♦voorbeelden:at seven o'clock • om zeven uurarranged by sevens • per zeven gegroepeerd
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский